Deze tekst is ontleend aan Publique, het Hots Knots Magazine, en van de hand van Frans Bolder.

In 1953 werden in een bovenhuis aan de v.d. Does de Willeboissingel plannen gesmeed om met carnaval als automobielclub wat te doen. Genoemde locatie stond bekend als het secretariaatsadres van A.C. de Hertogrijders, ook wel het huisadres van Tjen de Beer en zijn vrouw Mand, die de schrijver dezes voorzag van waardevolle informatie voor deze geschiedenisles HOTSKNOTSRIT no 1: jaartal 1 tot en met 11. Men vond uiteraard dat het een kolderrit moest worden waar alle deelnemers stapelierend Hots Knots van moesten worden; vandaar dan ook de naam HOTSKNOTSRIT.

De start van de eerste HOTSKNOTSRIT was bij Metropole aan de Orthenseweg en de finish bij het oude Pumpke, toen nog gevestigd aan de Hooge Nieuwsraat. Vanaf deze eerste editie ontving iedere deelnemer een vetlederen medaille “mee op veurhaand dun urste prijs”, Ook de wisselprijs, een zinken emmer op houten blok, enigszins met emaille versieringen verfraaid door Bosschenaar de Mug, alsook de verplichte versiering van de auto waren vanaf de eerste rit vaste HOTSKNOTSRIT kenmerken.

Jan Houtman

De organisatie rondom de rit en de carnavaleske waarde waren vanaf het eerste moment gewaarborgd door het talent van de eerder genoemde opperhof Hots Knots er Tjen de Beer; de rittechnische kwaliteiten daarentegen waren van minder niveau. Dit onderkende men en daarom werd in 1956 de hulp ingeroepen van de winnaar van de eerste 2 ritten n.l. Jan Houtman. Door die ingreep kwam de rit technisch, alhoewel het kolder bleef, op een hoger plan.

Velen zullen zich Jan Houtman nog herinneren als de uitzetter van de HOTSKNOTSRIT, vanaf 1960 was zijn aanspreektitel verleend door Amadeiro XVIII: Urste Prakkezeerkèl.

Tegenslag

Een tegenslag voor de organisatie vormde de oliecrisis van 1956/1957. Egyptische president Nasser blokkeerde toen het Suez-kanaal, zodoende kwam er geen olie meer naar Pernis e.o. Het gevolg was o.a. autoloze zondagen. De organisatie kon het niet maken om toch een rijrit te organiseren en zodoende moesten de deelnemers hei doen met een “papieren rit”.

In 1956 moest men onderweg luisteren naar een bandje, waarop diverse alarmgeluiden waren vastgesteld. De geluiden van brandweer, politie en ambulance, maar ook het veilige geluid van BB-sirenes moesten door de deelnemers onderkend worden.

In een ander jaar moesten de deelnemers in de Seringenstraar bij het woonhuis van Wil van Mossel de auto verlaten en per ladder een blik werpen op het balkon. Daar stond een (met natte peperkoek) gevulde pot (nachtspiegel}. Hieruit moest de tekst “Hedde behoefte” worden gelezen.

Prijsuitreiking

De feestelijke prijsuitreikingen waren de eerste jaren in de Raadskelder, dat werd geëxploiteerd door aktief clublid Piet(je) Hendrix.

Op de zaterdag voor carnaval kenden de cafés het sluitingsuur van middernacht. Bij een van de eerste uitgaves van de HOTSKNOTSRIT was burgemeester Loeff aanwezig om de prijzen uit te reiken: hij vond de sfeer in de Raadskelder zo gezellig, dat hij als hoofd van de politie het sluitingsuur voor dit etablissement persoonlijk wijzigde in 02.00 uur. Klein probleempje voor Jan Houtman c.a. was deze beslissing ook even over te brengen aan de commissaris van politie, maar e.e.a. is gelukt.

Vanaf 1960 vonden de HOTSKNOTSBALS plaats in het legendarische Oranje-Hotel aan de Verwerstraat te Oeteldonk. Velen zullen zich nog die ambiance herinneren. Voor de jongeren was er de garage met eigentijdse muziek. Altijd was er de hammond-organist Harrie Hamers en een meer exclusieve gelegenheid was de Champagnebar.

Tekeningen

Vanaf de derde Hots Knots Rit kende men het fenomeen van tekeningen aan de route. De eerste jaren werden deze tekeningen vervaardigd door de onlangs overleden en pas nog met een door de Kikvorschen georganiseerde expositie geëerde Lambert van Dartel. Na hem tekende in deze eerste periode van 11 jaren de cartoonist Guus Ong.

Foto van deelnemer HOTSKNOTSRIT 1964 ( Copyright Bernd Lautenslager)